Column: Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder!

 

Vorige week zondagmiddag begon de zon ineens te schijnen en daar hebben wij direct ons voordeel mee gedaan. We hadden bedacht om een lekker stukje te fietsen, even een rondje Oldambtmeer. Ondanks dat de fietspaden eromheen nog steeds niet mooi op elkaar aangesloten zijn, werd het een mooie eerste rit van het jaar.

Het was genieten!

Vooral genieten omdat we het nog kunnen doen. Dat besefte ik weer nadat ik eerder op de dag mijn vader gebeld had. Hij had ons namelijk in de familie app verteld dat hij zijn lidmaatschap van het mannenkoor ‘West Aleta’, waar hij al ruim 43 jaar lid van was, had opgezegd.

Een appje met veel impact.

Want als je al zolang lid bent van zo’n club wordt het een deel van je leven. En dat was het ook voor hem. Hoe vaak heb ik hem niet enthousiast horen vertellen over de optredens, op Terschelling maar ook ver daarbuiten. En het mooie was dat mijn moeder dan mee mocht en eigenlijk net zo enthousiast werd als hij, vooral om de gezelligheid die ze tijdens die optredens hadden van elkaar. En thuis zette zij regelmatig een cd op van het koor en zong ze het hoogste lied. Maar zij niet alleen. Ook wij, de kinderen én de kleinkinderen werden enthousiast van dit koor waardoor het een onderdeel van ons gezin werd. Zoals bijvoorbeeld het nummer dat mijn vader ooit solo moest zingen, ‘Goodnight Ladies’. Dat kon onze goedkeuring verdragen, maar ook de kleinkinderen gingen er helemaal ‘op los’, bij menig familie samenzijn werd er door het kroost uit volle borst meegezongen!

De achterkleinkinderen gaan vast volgen!

Toen ik op mijn 20ste op mezelf ging wonen, belde ik elke maandagavond met mijn moeder om de week door te nemen. Want dat was de vaste avond dat het koor repeteerde en ondanks mijn vaders drukke werkzaamheden probeerde hij geen enkele repetitie over te slaan. Hij hield ervan en dat kwam vast doordat hij uit een muzikaal nest kwam. Er werd door de jaren heen door zijn broers en zussen veel gezongen, maar ook veel voorgedragen. En dat hadden ze niet van een vreemde, hun vader kwam namelijk ook weer uit een muzikaal nest en met familiebijeenkomsten werd dat ook hartstochtelijk uitgedragen.

Vergelijkbaar met een mooie theatervoorstelling.

Een hoogtepunt vond ik altijd de uitvoering van het zogenaamde Schroem-orkest. Dat orkest was een fraai schouwspel, bestaande uit ooms en tantes, neven en nichten en natuurlijk, wanneer ze goedgekeurd waren door het familiegilde, de kouwe kant. Dan stond men muziek te maken met potten, pannen, deksels en kammetjes met vloeipapier herrie te maken, met omgekeerde colbertjasjes of ‘geleende’ hoofddeksels die in het pand te vinden waren. Aan het hoofd van dit bonte gezelschap stond een dirigente, meestal een taak van een van de tantes of een nicht, en zongen we: ‘Onze generatie hier, die maakt nu veel plezier, alles geven we nu door en vormen zo een koor’

In plaats van met een baton dirigeerden ze, helemaal in stijl, met een houten pollepel.

Of wat er maar voorhanden was. Maar er zit dus theater en muziek in mijn familie en daar ben ik heel trots op. Vooral de humor die hier vaak bij gebruik werd kan mij bekoren want humor is een van de belangrijkste pijlers ván het leven om het leven nóg leuker te maken! Vooral wanneer het lachen je vergaan is kan humor je op de been houden.

Er wordt al genoeg gezeurd en geklaagd.

Mijn vader klaagt niet over de nieuw situatie. Het is mooi geweest. En zingen kan altijd, daar heb je geen koor voor nodig. Zo was er ook een tijd voordat hij lid werd van dit koor. Toen kon hij zijn stem (‘ik-ben-de-bas’) dagelijks laten horen vanaf de steigers of elke week in de kerk. Dat laatste was wel een dingetje voor ons, zijn kinderen. Want winterdag zaten er maar weinig mensen in de kerk, soms zaten we daar maar met ons vijven. Dan vroeg de Afgezand van Hogere Sferen aan ons of we deze zaterdagavond wel wilden zingen, aangezien hij wist dat het animo bij ons, jeugdigen, nu niet bepaald hoog was. Mijn vaders reactie was kraakhelder:

“Natuurlijk gaan we zingen!”

Waarna er vooral door hem en mijn moeder gezongen werd en bij mij het gevoel groeide dat er maar geen einde aan leek te komen. Pas nadat we thuis aan de sneeuwster of zelfgemaakte tompouce zaten en De Wie Kent Kwis keken, kon ik dit langdradige en oersaai begin van de avond redelijk achter mij laten. Een glaasje gazeuse en een spannende caviarace aan het eind van de kwis maakte er toch weer een gezellige avond van, ondanks het feit dat we die week erop weer vooraan in de kerk zouden zitten. Mijn vader ‘motiveerde’ ons altijd om mee te gaan met een kernachtige zin:

“In de kerk is altijd werk!’

Nou, daar waren de meningen over verdeeld in ons gezinnetje, maar Pa liet zich niet ompraten en mijn moeder stond zowel vierkant als rechthoekig achter hem. Zo ging dat in die tijd, samen sterk tegen dat stelletje pubers die ze ooit samen op de wereld gezet hadden.

En wij hadden het enkel maar te accepteren.

Maar alles veranderd in de wereld en mijn vader veranderde mee. Want het werk in de kerk was inmiddels wel gedaan. Nu gaat hij alleen nog als zijn koor de dienst mag opleuken. En wij gaan dan graag mee als we op het eiland zijn, want zo’n grote groep zingende kerels maakt indruk, zo mooi dat zelfs de engelen zwijgen. Zo konden we op kerstavond weer eens van ze genieten, in de Hervormde kerk waar vele eilanders én toeristen op afgekomen waren. Pa zat naast mij.

En zong zo goed als alles mee.

Naast de pijn die ik voelde in mijn vaders appje, voelde ik ook zijn berusting. Want alles is immers eindig, ook het zingen in een koor. Zijn ogen zijn de boosdoeners en na het zoveelste bezoek aan de oogarts nam hij vorige week deze best wel stoere beslissing. Het is mooi geweest.

‘Goodnight ladies! We’re going to leave you now!’

Het bericht Column: Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder! verscheen eerst op OldambtNu.nl.

Meer nieuws